Pesticiden konden geen kwaad, gas leek oneindig en voor kwekers bijna gratis: het is logisch dat we uitgekomen zijn op tuincentra die in maart al vol staan met bloeiende schijnbaar perfecte planten. Maar voor een gezonde en leefbare planeet moet dat snel anders. En dat kan ook. We leggen je graag uit hoe jij kan bijdragen aan die verandering.
Waarom is een deel van de plantenkweek zo slecht voor het milieu?
Pesticiden gebruiken voor het telen van tuinplanten is heel normaal geworden. Net als het gebruik van kunstmest en het gebruik van warmte en dus energie. Allemaal dingen die schadelijk zijn voor het milieu, die bijdragen aan de opwarming van de aarde en afbreuk doen aan biodiversiteit.
Pesticiden
Als er chemische bestrijdingsmiddelen worden gespoten op planten die buiten worden gekweekt, komen die pesticiden tijdens de kweek al in de bodem, de lucht en het grondwater terecht. Ook bij bollenteelt is dat een groot probleem.
Als de tuinplanten in een kas worden geteeld, vormen de pesticiden die gespoten worden tijdens de kweek nog niet zo'n probleem. Die worden pas schadelijk bij jou in je tuin als er een bij van komt lurken of een blaadje van je plant valt en in zich in jouw bodemleven mengt.
Kunstmest
Om kunstmest te maken is veel energie nodig: het maken van kunstmest draagt dus bij aan de opwarming van de aarde. Met kunstmest groeit een plant sneller dan met organische voeding, vandaar dat kunstmest zo graag gebruikt wordt in de gangbare teelt.
Nog een probleem van kunstmest: de zouten in de mest blijven hangen in de bodem, waardoor de bodem verzout, waardoor het bodemleven beschadigd raakt. Bij sierteelt in potten speelt dit laatste probleem natuurlijk niet of minder.
Warmte
Campanula's, om maar een leukerd te noemen, bloeit in Nederland vanaf juni ongeveer. Maar in maart kan je 'm al bloeiend in het tuincentrum vinden. De knollen van dahlia's horen in Nederland pas vanaf half mei de grond in te gaan en bloeien als het meezit eind juni, maar in maart kan je ze al bloeiend tegenkomen in de winkels. Hoe dat kan? Warmte!
Met warmte wordt de plant gefopt dat het al juni is, in plaats van staartje winter. Veel van die bloeiers komen in maart en april uit het Zuiden van Europa naar ons toegereden (diesel) of gevlogen (kerosine). Maar een deel van die bloeiers komt ook gewoon uit Nederlandse kassen, waar dus veel warmte (en licht) nodig is om de planten te foppen.
De afgelopen decennia werd daar het voor kwekers goedkope Nederlandse gas voor gebruikt. Dat was ook in een tijd dat we nog niet onder ogen wilden zien dat er niet alleen maar voordelen zaten aan het opstoken van gas.
Kortom: die warmte kost een hoop energie, die nu vaak nog uit fossiele brandstoffen komt. Het belastinggeld dat nu gebruikt wordt om de sierteelt onder glas naar hernieuwbare bronnen te helpen, zou wat ons betreft ook een stuk beter besteed kunnen worden (maar da's een ander betoog).
Hoe kan het wel milieuvriendelijk?
Planten laten groeien is iets waar de natuur enorm in gespecialiseerd is, wonderbaarlijk genoeg. Als we met de natuur mee kweken, dan hoeven we geen pesticiden te gebruiken, geen kunstmest en geen extra warmte. Net als vroeger eigenlijk, voor de komst van pesticiden, kunstmest en goedkoop gas. Kwekerij Verhoeven, waar het meerendeel van onze vaste planten vandaan komt, laat zien dat dit prima kan.
Wat we daarvoor moeten inleveren?
Planten zullen niet meer helemaal perfect zijn (kan een spinnetje op zitten, een bruin blaadje hebben), niet in een onnatuurlijke maand in bloei staan, en vaak veel kleiner zijn bij aanschaf. En we moeten wat meer geduld hebben en leren wachten tot de natuur ons de kleur geeft waar we zo naar verlangen.
Waarom is een deel van de sierteelt nog steeds zo milieu-onvriendelijk?
Omdat kwekers, tuincentra en klanten op elkaar zitten te wachten, stelt dit artikel op NOS.
"Bedrijven denken: ik kan wel iets produceren, maar dat willen mensen toch niet kopen. Overheden denken: ik kan geen klimaatbeleid voeren, want daar vind ik geen draagvlak voor, dan word ik niet herkozen. Consumenten denken: ik wil wel, maar de overheid en het bedrijfsleven doen niks," zegt hoogleraar Linda Steg in dat artikel.
Wat kan jij doen?
Je kan uit die hierboven beschreven wachtstand komen. Je kan laten zien dat jij het wel anders wil. Je kan zelf planten gaan vermeerderen, zelf gaan zaaien, planten ruilen met buren. Je kan in je tuincentrum vertellen dat je er andere planten wil zien staan. Je kan planten die met pesticiden zijn gekweekt niet meer kopen, net als tuinplanten uit verwarmde kassen. En je kan kwekers en bedrijven die het anders proberen te doen steunen.
Hier lees je hoe je herkent of planten biologisch gekweekt zijn.
Wij zien, het kan wel!
Wij zien dat een heleboel mensen wel biologische planten willen en daar gelukkig ook iets meer voor willen betalen. Samen kunnen we wel wat bereiken!
Het is zo te gek dat al onze klanten dat met steeds meer enthousiasme doen!
Als we samen laten zien dat er een grote vraag is naar biologische teelt, dan komen er vanzelf grotere kwekers. En grotere kwekers kunnen ook weer tuincentra gaan bedienen.
Onze wens voor de toekomst
Hopelijk heeft dan elk tuincentrum binnen een paar jaar een biologische afdeling. Zullen we ervoor proberen te zorgen dat lente 2026 het geval is?! We moeten ervoor aan de bak, in de hele keten, maar het zou zo veel beter zijn voor alles en iedereen.
En wie weet, misschien komt dan zelfs de overheid wel over de brug en gaan ze het gebruik van pesticiden en warmte in de sierteelt wel verbieden. Whoei!!