Bloembollen die niet maar één keer bloeien, maar jaren achter elkaar lentekleur geven aan je tuin? Ja, dat kan! Met verwilderingsbollen. Soms ontstaat er zelfs na jaren een heel tapijt! Hier lees je alles over deze bollen en hoe jij ze in je tuin optimaal kan laten floreren.
Wat zijn verwilderingsbollen?
Sommige bloembollen bloeien maar een keer. Dat komt bijvoorbeeld doordat ze de winter of de zomer in Nederland slecht doorkomen, zoals veel hoge, veredelde tulpen.
Verwilderingsbollen zijn bollen die zich juist goed kunnen handhaven in het Nederlandse klimaat en de Nederlandse bodem: het zijn bollen die jarenlang bloeien, en bollen die zich in de loop der jaren vermeerderen. Daar krijg je die mooie krokustapijten van!
Een tapijt van krokussen in je gras, zo vrolijk in het voorjaar!
Hoe werkt dat vermeerderen van verwilderingsbollen?
Via broedbolletjes
Laat de natuur haar gang gaan, en voor nop geeft ze je in de loop der jaren meer en meer bloeiende bolletjes. Bollen kunnen zich ondergronds vermeerderen via broedbolletjes, ook klisters genoemd. Die kleine broedbolletjes ondergronds hebben soms een paar jaar nodig om op sterkte te komen om ook te kunnen gaan bloeien.
Sommige bollen maken ook bovengronds broedbolletjes langs hun stengels, dat gebeurt bij lelies en sommige Alliums.
Ook alliums zijn verwilderingsbollen, zoals deze Allium Purple Sensation.
Via zaad
Een andere manier waarop sommige verwilderingsbollen op een natuurlijke manier vermeerderen is via zaad. Ook voor bloei uit zaad heb je geduld nodig: een zaadje uit een verwilderingsbol geeft niet meteen het jaar erop een bloem. Het duurt een paar jaar voor het zaadje eerst een flinke bol is geworden met genoeg energie erin om ook tot bloei te komen.
Voor dat mooie tapijt van krokussen, narcissen, sneeuwklokjes of andere verwilderingsbolletjes heb je dus best wat geduld nodig. Als je een rivier aan sneeuwklokjes ziet in een bos, kan daar zo al dertig jaar aan verwildering aan de gang zijn. Dus als het je ermee aan de slag wil: meteen beginnen!
Sneeuwklokjes verwilderen ook jaar na jaar en bloeien als allereerste.
Tips voor maximale verwildering in jouw tuin
Verwilderingsbollen hebben goede grond nodig
Het belangrijkste voor verwilderingsbollen om jaar na jaar terug te komen en om te vermeerderen is dat ze in goede grond staan. Weet jij niet wat voor grond je hebt? Lees dan dit blog en duik eerst je bodem in.
Voor bijna alle verwilderingsbollen geldt dat ze niet goed gedijen in vette klei, dat is te nat. Ze gedijen wel goed in humusrijke bosgrond, in gemiddeld tuinaarde of in verrijkte zanderige grond. De grond mag niet te zuur zijn.
En ook belangrijk: de grond moet goed gedraineerd zijn, er mogen geen plassen water in de grond blijven staan. Zeker in de winter kunnen bollen gaan rotten als ze te lang te nat staan.
Wel mulchen
Zorg voor een goede laag mulch, dat verbetert de bodem niet alleen doordat er meer organisch materiaal in de bodem komt, maar beschermt de bodem en de bollen ook tegen extreem weer zoals zon en droge wind. Extra voeden is dan in de meeste gevallen niet nodig.
Niet spitten
Spitten en poeren in de grond, dat kun je niet maken als je zo'n tapijt wil krijgen. Ga je graven, dan verstoor je het proces van vermeerderen onmiddellijk.
Heb je de ruimte en wil je in de komende jaren of decennia prachtige verwildering laten plaatsvinden, kies daarvoor dan een stuk tuin of een rand van een oprijlaan of iets dergelijks waar je de grond met rust kunt laten. Je kunt de verwilderingsbolletjes dan combineren met bijvoorbeeld bodembedekkers als maagdenpalm of Waldsteinia om de rest van het jaar de bodem ook groen en bedekt te hebben.
Hier groeit een botanisch tulpje in een tapijt van maagdenpalm.
Laat verwilderingsbollen goed afsterven
Energie moet terug de bol in! Dat bloeien vergt nogal wat van een bol. Na de bloei is dat ondergrondse bolletje een uitgewrongen, uitgewoond vodje. Om volgend jaar weer te kunnen pieken, moet er energie terug de bol in (of eigenlijk wordt het een nieuw bolletje, of liefst, meerdere nieuwe bolletjes). Die energie komt via het loof terug naar de ondergrondse delen van het bolgewasje. En daar moet je je bollen de tijd voor geven.
Het ziet er misschien niet mooi uit, dat afstervende, geler wordende de loof, maar het is essentieel voor bloei het jaar erop. Laten het loof na de bloei minstens 6 weken afsterven voordat je met je maaier langskomt. Zeker voor mensen die zowel krokussen in hun gazon willen, als een strakke grasmat, is dat even doorbijten. Maar het kan nou eenmaal niet allebei. Nu je weet dat die vergeling ergens toe dient, is het vast beter door te komen (:
Krokus romance in de tuin.
Welke bollen zijn verwilderingsbollen?
Krokussen, sneeuwklokjes, sneeuwroem, druifjes, Alliums, Puschkinia, botanische tulpjes: dat zijn allemaal verwilderingsbollen. Sommige narcissen verwilderen ook prima. Je vindt ze hier gemakkelijk allemaal bij elkaar.
Of ga voor onze Verwilderingsmix! Een voordeelmix met wel 100 verwilderingsbollen bij elkaar, van kleine krokussen tot knotsen van alliums. Ook verkrijgbaar als Brievenbusdoosje met 40 bollen, wat een lief cadeau!
In de Verwilderingsmix zitten 100 biologische verwilderingsbollen, groot en klein.
Zijn verwilderingsbollen hetzelfde als stinzenbollen?
Wat zijn stinzenbollen?
Als je op het internet gaat speuren kom je waarschijnlijk ook het woord stinzenbol tegen. Stinzenbollen is een verzamelnaam voor bollen die gemakkelijk vermeerderen en al eeuwenlang in Nederland zijn waardoor ze door ecologen beschouwd worden als ingeburgerd: da's bijna net zo fantastisch voor biodiversiteit als inheems.
Deze planten/bollen werden vanaf de zestiende eeuw uit Midden- en Zuid-Europa, waar ze groeiden in bossen en bergweiden, naar Nederland gebracht om landgoederen (stinzen) van rijke types te verfraaien. Bij deze golf van nieuwe planten in Nederland, deze stinzenplanten, horen niet alleen bolgewassen, maar ook vaste planten.
Verwilderen met hulp van mieren
De stinzenbollen verwilderen niet alleen via broedbollen maar kunnen ook verwilderen via zaad. Ze worden daarbij geholpen door mieren, die afkomen op het zogenaamde mierenbroodje. Dat is een smakelijk en voedingsrijk pakketje waarmee zaden ervoor zorgen dat ze door mieren van de bloem verplaatst worden naar een nieuwe stukje grond om zelf wortel te schieten.
De meeste cultivars van stinzenbollen missen zo'n mierenbroodje. Als je zeker wil weten dat jouw verwilderingsbol ook gemakkelijk uit zaad vermeerdert, moet je gaan voor een soort die niet nog een nieuwerwetse toevoeging aan de Latijnse naam heeft. Dat laatste duidt op veredeling.
Inmiddels worden vaak de veredelde soorten van stinzenbollen wel onder stinzenbollen geschaard: van botanische tulpjes tot kievitsbloemen, sneeuwklokjes, krokussen tot Alliums.
De kievitsbloem is een stinzenbol en vermeerdert zich vanzelf.