Fantastisch nieuws! Een tuintje van een paar vierkante meter kan makkelijk winnen van een gigatuin, als het gaat om biodiversiteit. Dat blijkt uit Brits onderzoek naar tuinen in Bristol. Het gaat niet om de grootte, het gaat om wat je plant. Elke tuin telt, ook jij kan bijdragen!
Beplanting bepaalt wat je doet voor biodiversiteit
De Britten onderzochten 59 tuinen en hielden bij wat er in die tuinen gebeurde tussen maart en oktober. Ze vonden geen verband tussen grootte van de tuin en biodiversiteit. Ze zagen wel meer insecten in tuinen in rijkere buurten.
Overeenkomst tussen die tuinen: meer nectar door meer én diversere beplanting. Goed nieuws dus voor iedereen: ook al heb je maar een geveltuintje, of twee potten op je balkonnetje:
het gaat niet om de grootte, het gaat om de kwaliteit.
Ook jij kan bijdragen!
Dit is het balkon van Nynde vol met planten van Sprinklr.
Tuinen zijn essentieel voor behoud biodiversiteit
Aanleiding voor het onderzoek was de dramatische afname van het aantal en de soorten insecten in de afgelopen decennia. Hoe kunnen we dat keren? We wisten al dat het platteland, ook hier in Nederland, enorm verschraald is en dat daar de biodiversiteit het laagst is. Er zijn geen akkerranden meer, er staan bijna geen bomen en heesters meer en er wordt veel kunstmest en pesticiden gebruikt.
Tuinen blijken essentieel in het bieden van voedsel en een plek om te leven en voort te planten.
Tuinen zijn een van de belangrijkste plekken waarmee we de neergang van insecten kunnen stoppen. Als we dus maar die tegels eruit halen en de goede planten neerzetten!
Een geveltuintje met planten uit het Pluktuintje-pakket.
Zo telt jouw tuin!
Ga voor inheemse planten
Wat zijn die goede planten dan? Inheemse planten bijvoorbeeld, die zijn fantastisch voor biodiversiteit. Hier lees je precies waarom.
Ga voor biologisch!
Biologische planten zijn planten die gekweekt zijn zonder pesticiden (gif) en kunstmest. Voor ons is het zo vanzelfsprekend, om planten in je tuin te zetten waar geen pesticiden op zitten die schadelijk zijn voor insecten. Maar biologisch is helaas nog lang niet de norm.
Ben jij nog niet overtuigd van het belang van biologisch? Kijk dan eens naar deze aflevering van de Keuringsdienst van waarde, met in een glansrol Kwekerij Verhoeven, waar het meerendeel van onze planten vandaan komen.
Zorg voor bloei tussen maart en oktober
De piek van de nectarproductie in alle onderzochten tuinen bij elkaar lag in juli, zagen de onderzoekers. In die periode stonden de meeste planten in bloei. In alle tuinen bij elkaar kwamen nectarslurpers ook in maart al redelijk aan hun trekken, en de nectarproductie ging door tot in oktober.
Om ervoor te zorgen dat ook de vroege en late insecten aan hun trekken komen, is het goed om in je eigen tuin(tje) ook vroege en late bloeiers te planten.
Denk hierbij ook aan het planten van bloembollen in de herfst, voor extra vroege bloei in het voorjaar.
Plant een heester!
Maar liefst 58% van de gevonden nectar werd geproduceerd door shrubs, door heesters. Logisch, die zijn vaak groter en kunnen lang bloeien. Dus heb je er plek voor, graaf dan een extra tegel uit en plant een inheemse heester!
Tuinen zijn samen een ecosysteem
Die bijen, zweefvliegen en vlinders kunnen natuurlijk niet van één stadstuin alleen leven. Ze vliegen van hot naar her. Dus als je een bij in je tuin ziet lurken, besef dan dat ze net van een tuin honderd meter verderop komen. En straks weer doorvliegen naar andere buren.
Samen met die andere groenliefhebbers die tuinieren voor biodiversiteit, ben je een klein ecosysteem aan het bouwen. Je kent ze misschien niet, maar via de insecten zijn jullie verbonden. Hoe beter jij het doet, hoe meer leven in hun tuin. En andersom. Toch nog maar eens die buur met tegeltuin overhalen om wat te wippen!
De tuin van Jesse, aangeplant met onze borderpakketten.
Meer nodig dan nectar
Vraat is waarde
Hoewel de onderzoekers alleen keken naar nectar, benadrukken dat voedsel natuurlijk niet het enige is dat nodig is om insecten te helpen. Ze hebben een plek nodig om te slapen. Ze hebben eten nodig voor larven, rupsen moeten veel eten voor ze vlinder kunnen worden. Daarbij denken we graag aan de woorden van de Vlinderman van Vlindertuin Mot in Mokum:
waar vraat is, is waarde
Je hoeft dus niet altijd te balen als een plant wordt opgevroten, je voedt er leven mee. En hopelijk groeit je tuin, in combinatie met de omliggende tuinen, toe naar een goed evenwicht waardoor je planten niet elk jaar helemaal worden opgevroten.
Een prachtige rups uit de Tuiny Forest van Marion.
Dit kan je nog meer doen
Rommelhoekjes, een insectenhotel, een brandnetelhoekje zodat de rupsen van allerlei vlinders wat te eten hebben, in de herfst je planten niet snoeien zodat beestjes plek hebben om te overwinteren... da's allemaal ook belangrijk.
Bouw een insectenhotel en schuilhoekje van pallets in je tuin.
Pak meteen door naar de vogels!
Als je toch zo lekker bezig bent, denk dan ook aan al dat andere leven wat je zou kunnen trekken. Kikkers, egels en natuurlijk vogels. Die vogels die komen echt wel als je zoveel insecten hebt rondvliegen.
Als ze dan ook nog een plekje hebben in een boom waar ze wat hoger kunnen zitten, weg van katten... Of een doornige heester, waar kleine vogeltjes zich veilig kunnen terugtrekken... Dan wordt het zo gezellig bij jou!