Joekels van zachtgele bloemen, die de hommels naar binnen lijken te slurpen. Bloeit tussen mei en augustus. Wil een plek in de volle zon, in losse grond waar teveel aan water goed weg kan. Wordt in volle grond tussen de 70-100cm hoog. Moet tijdens stevige vorst (min tien graden) bedekt worden. Komt elk jaar weer terug voor nog meer plezier.
Water
Irissen willen niet te nat staan, zorg dus dat 'ie in grond staat waar teveel aan water goed uit weg kan. Geef water in droge tijden.
Licht
Iris germanica heeft veel zon nodig! Deste minder zon, deste minder de bloei.
Grond
Zet je Iris germanica in grond waaruit teveel aan water goed weg kan.
Planten
Iris germanica zit graag met de wortel dicht onder het grondoppervlak, zodat de wortels ook lekker door de zon verwarmd kunnen worden en niet snel nat staan. Een goede manier van planten is om een plantgat te graven met een verhoginkje in het midden. Zet de vlezige wortelstok (rhizoom) op de verhoging en drapeer de wortels naar beneden toe. Vul aan met losse aarde en druk aan. Het is het beste als de bovenkant van de rhizoom niet wordt bedekt met aarde. Dit voorkomt het wegrotten.
Groei
Iris germanica groeit in een dikke pol van stevige, rechtopstaande langwerpige groene bladeren.
Bloei
Iris germanica Sangreal bloeit met geel tot lichtgele bloemen met een 'baard', vandaar dat deze groep Irissen ook wel Baardirissen worden genoemd. Bloei tussen mei en augustus.
Het eerste jaar naar planten geven Irissen niet veel bloemen, de bloei neemt met het jaar toe.
Snoei
Knip de uitgebloeide bloemen met stengel en al weg. Einde zomer kunnen er bladeren geel worden, vind je dat niet mooi, knip je zeg weg.
Winter
Irissen verliezen in de winter hun blad. De wortels, die oppervlakkig zitten, kunnen geen strenge vorst aan (meer dan tien graden). Bedek de wortels met een laagje hooi of andere mulch en verwijder die weer na de vorstperiode zodat de wortels juist warmte van de zon kunnen vangen.
Vermeerderen
Na een jaar of vier begint de bloei sterk af te nemen, dan wordt het tijd om de iris te vermeerderen. Dat doe je door de plant te scheuren, en dat kun je het beste doen na de bloeiperiode. Graaf de hele plant met wortel uit, zoek de levendigste zijscheuten en scheur die van de plant af. Herplant elk stuk weer uit.