De Aloë. De prachtige, dikke, gepunte bladeren groeien uitwaaierend de hoogte in. Makkelijk, want verwaarlozing vindt 'ie best prima. Van water geven tot aan verpotten en alles daartussen in, hier lees je alles over de verzorging van de Aloë!
Water
Geef je Aloë pas water als de aarde gortdroog is. Van teveel water gaat je Aloë delaetii rotten. Wil je niet.
Het recept is ongeveer als volgt: tussen november en begin maart zet je je Aloë delaetii op dieet met nog maar eens in de maand een scheut water. In maart bouw je weer op met eerst twee keer per maand en als de zon lekker in hitte toeneemt (mei) elke week een scheutje. Let erop: steeds pas weer water geven als de aarde echt helemaal droog is. Vanaf september bouw je dan weer af, tot je in november weer stopt met water geven.
Gaat je Aloë delaetii rimpelen en inkrimpen, dan heeft 'ie waarschijnlijk te weinig water gekregen. Dompel 'm dan z'n kluit lekker in een bakje water, zorg dat de kluit zich vol water zuigt en laat hem dan weer met rust tot de kluit weer uitgedroogd is.
Wordt je Aloë delaetii slap en gaat 'ie rotten (bijvoorbeeld bij de aanhechting van de bladeren en/of de stengel), dan heb je waarschijnlijk teveel water gegeven.
Licht en standplaats
Lekker veel zon, ja graag! Ochtendzon, middagzon, Aloë delaetii vindt alle zon fijn. Hoe meer daglicht, hoe beter.
Heb je helemaal geen zon te bieden, dan zal 'ie langzaam tot stilstand komen. Hij stopt met groeien, wordt ielig, kwijnt weg.
Heb je een hele zonnige plek direct achter een raam op het zuiden, dan doe je er goed aan om een nieuwe Aloë delaetii rustig te laten wennen aan die bak zon, want bij de kweker (of bij de vorige eigenaar) staat 'ie op een iets meer beschermde plek. En ja, ook een vetplant kan verbranden: bruine, ingedroogde plekken zie je dan. Zet 'm dus eerst een uurtje in die felle zon, de week erop elke dag twee uur in die hete middagzon, en zo verder tot je je vetplant op die zinderende plek laat staan.
Luchtvochtigheid
Voor de Aloë delaetii hoef je de lucht niet vochtiger te maken, hij gedijt helemaal prima in droge huiskamerlucht.
Bovenop de hete verwarmingslucht zetten is dan weer een ander verhaal, daar kan ook een vetplant van uitdrogen. Die droge, hete verwarmingslucht onttrekt ook vocht uit je Aloë delaetii Dus zie je in de winter je vetplant verschrompelen en staat 'ie boven de verwarming: geef 'm dan toch een scheutje water extra.
Giftig?
Whoopi! Aloë delaetii is niet giftig. Het is echter ook geen Aloë Vera, de nicht van A. Delaeti, die bekend staat om z'n geneeskrachtige sappen.
Luchtzuiverend
Over de luchtzuiverende werking van Aloë delaetii is weinig bekend. Maar mooi is 'ie wel!
Voeding
Vetplanten kunnen met heel lang volhouden met weinig voeding. Een grondlegger mini in de zomer en lente is voldoende voor de Aloë om weer een jaar vooruit te kunnen.
Bloei
Aloë delaetii bloeit in het wild welk elk jaar, met een bloemstengel die boven het rozet van vetbladeren uitsteekt en aan de top een kaarsvormige bloem met oranje-rode blaadjes.
Verpotten
Aloë delaetii hoeft maar eens in de twee à drie jaar verpot te worden. Als je 'm verpot, zorg dan dat de pot zo'n 20% groter is dan de vorige pot en niet heel veel groter.
Je kunt gewone, goede potgrond gebruiken, maar beter is het nog als je die potgrond mengt met een handje zand dat je meeneemt uit de zandbak in de buurt. Daardoor krijgen de wortels wat meer lucht en loopt het eventuele teveel aan water ook makkelijker weg.
Ziektes
Aloë delaetii is weinig vatbaar voor ziektes en plagen. Wat het meest voorkomt bij Aloë delaetii is rot. En rot wordt meestal veroorzaakt door teveel water geven. Heb je last van rot: wegblijven met die gieter! Al betekent rot aan de plant vaak einde verhaal. Maar wie weet kan jij een nieuw hoofdstuk beginnen. Bijvoorbeeld door snel nog een gezond stukje te stekken.
Vermeerderen
Vetplanten laten zich over het algemeen gemakkelijk vermeerderen, zo ook Aloë delaetii. Een gelukkig exemplaar maakt vanzelf pups rond de moederplant, kleine plantjes. Laat zo'n baby-plantje naast de moederplant zeker 3 centimeter groot worden en snijd dan met een scherp en schoon mes de moederstreng door die ondergronds tussen moederplant en babyplant loopt. Met 3cm zou de pup al een begin van eigen wortels moeten hebben en op eigen benen moeten kunnen staan. Zet 'm in een eigen potje.
Kweker
Onze Aloë delaetii wordt gekweekt door biologische kwekerij Klein Mexico in de Kwakel.