Het wordt lente! Maar hoe weet je plant dat?
Als wij weer gelukzalig naar de lucht kijken als er weer wat licht in de hemel zit op het moment dat we van huis of werk vertrekken, komen de planten langzaam ook weer tot leven. Want ook je planten weten dat de lente er weer aan komt. Ook zij krijgen energie, en ze maken zich klaar voor een nieuwe groeispurt. Hoe ze dat doen? Met hun lichtreceptoren.
Hoe zien planten licht?
Planten hebben weliswaar ogen noch zenuwstelsel, ze zitten boordevol receptoren waarmee ze licht opvangen, de fotoreceptoren. Deze fotoreceptoren zitten door de hele plant verspreid, in stengels en bladeren. Er zijn fotoreceptoren die vooral rood licht opvangen en omzetten in acties voor de plant. Rood licht betekent met name: ‘ik sta op een behoorlijk donkere plek, ik moet eigenlijk lichter staan’. Daar krijg je van die uitgerekte groei van, zoals op de foto hierboven. Rood licht zet planten aan tot het maken van veel stengel en weinig blad, om maar zo snel mogelijk bij genoeg licht te komen.
Er zijn ook fotoreceptoren die juist blauw licht ‘zien’, het heldere licht uit daglicht. Het licht waar we de afgelopen week zo mee verwend zijn. Als deze receptoren veel blauw daglicht opvangen wordt doorgegeven: maak nieuwe cellen, groei!
Fototropisme
Bij een nieuwe groeispurt hoort ook weer de pret van kijken in welke vorm je planten zichzelf gaan kneden. Verantwoordelijk hiervoor: jawel, die fotoreceptoren. Samen zorgen ze ervoor dat de plant naar het licht groeit, ook wel fototropisme genoemd. Daar krijg je die grappig gevormde planten door. Oh, planten zijn zoveel slimmer dan we denken.
We wensen je vast een fijne lente met lekker veel blauw licht!