Deze plant heeft eigenlijk helemaal geen bladeren, de lange slierten die je ziet zijn gewoon z’n stengels. Bij elkaar zien ze eruit als een weelderige haardos van een zeemeermin die haar haar niet helemaal onder controle heeft. De nieuwe stengels groeien namelijk eerst een eindje de lucht in voor ze ombuigen en gaan hangen. Als je Lepismium Bolivianum op een ideale plek staat en je ‘m goed verzorgt, heb je kans dat ‘ie in het voor- of najaar gaat bloeien. Mazzelaar!
Water
Geef je Lepismium bolivianum pas water als de aarde gort en gortdroog is. Van teveel water gaat je Lepismium rotten. Wil je niet. Het recept is ongeveer als volgt: tussen november en begin maart zet je je Lepismium op dieet met nog maar eens in de maand een scheut water. In maart bouw je weer op met eerst twee keer per maand en als de zon lekker in hitte toeneemt (mei) elke week een scheut. Let erop: steeds pas weer water geven als de aarde echt helemaal droog is. Vanaf oktober bouw je dan weer af, tot je in november weer stopt met water geven.
Gaat je Lepismium bolivianum rimpelen en inkrimpen, dan heeft 'ie waarschijnlijk te weinig water gekregen. Dompel 'm dan z'n kluit lekker in een bakje water, zorg dat de kluit zich vol water zuigt en laat hem dan weer met rust tot de kluit weer uitgedroogd is. Zeker als 'ie in de zomer lekker in de zon staat of hangt, moet je niet bang zijn om teveel water te geven, dan kan 'ie best aardig drinken. En weet: geen water, geen groei!
Wordt je Lepismium bolivianum slapjes en gaat 'ie rotten (bijvoorbeeld bij de aanhechting van de bladeren en/of de stengel), dan heb je waarschijnlijk teveel water gegeven.
Licht en standplaats
Lekker veel zon, ja graag! Ochtendzon, middagzon, Lepismium bolivianum vindt alle zon fijn. Hoe meer daglicht, hoe beter. Heb je helemaal geen zon te bieden, dan zal 'ie langzaam tot stilstand komen. Hij stopt met groeien, wordt ielig, kwijnt weg.
Heb je een hele zonnige plek direct achter een raam op het zuiden, dan doe je er goed aan om een nieuwe Lepismium bolivianum rustig te laten wennen aan die bak zon, want bij de kweker (of bij de vorige eigenaar) staat 'ie op een iets meer beschermde plek. En ja, ook een vetplant kan verbranden: bruine, ingedroogde plekken zie je dan. Zet 'm dus eerst een uurtje in die felle zon, de week erop elke dag twee uur in die hete middagzon, en zo verder tot je je vetplant op die zinderende plek laat staan.
Luchtvochtigheid
Voor een Lepismium bolivianum hoef je echt de lucht niet vochtiger te maken, hij gedijt helemaal prima in droge huiskamerlucht. Bovenop de hete verwarmingslucht zetten is dan weer een ander verhaal, daar kan ook een vetplant van uitdrogen. Die droge, hete verwarmingslucht onttrekt ook vocht uit een Lepismium. Dus zie je in de winter je vetplant verschrompelen en staat 'ie boven de verwarming: geef 'm dan toch een scheut water.
Giftig?
Helaas, niemand doet er goed aan om op een stukje Lepismium te kouden. Weghouden uit (kinder)klauwen en bekken. Aanraken en aaien is geen probleem.
Luchtzuiverend
Over de luchtzuiverende werking van Lepismium bolivianum is weinig bekend. Maar wat maakt het uit, een Lepismium bolivianum heb je om naar te kijken. En wel bewezen is dat planten om je heen je stresslevels omlaag brengen, je productiviteit, concentratie en creativiteit verhogen.
Bloei
Aan de randen van de dunne, leerachtige bladeren van de Lepismium bolivianum kunnen kleine puntjes verschijnen waaruit in de lente of in het najaar witte of roze bloemetjes kunnen bloeien. Om goed tot bloei te kunnen komen heeft Lepismium in de winter een koelere periode nodig. Dus als je een plek hebt waar het zo'n 15 graden is in de winter: zet je Lepismium dan daar, uiteraard wel goed in het daglicht.
Verpotten
Je doet er goed aan om je Lepismium bolivianum eens in de twee à drie jaar een nieuwe pot te geven. Als je 'm verpot, zorg dan dat de pot zo'n 20% groter is dan de vorige pot en niet heel veel groter. Je kunt gewone, goede potgrond gebruiken, maar beter is het nog als je die potgrond mengt met een handje zand dat je meeneemt uit de zandbak in de buurt. Daardoor krijgen de wortels wat meer lucht en loopt het eventuele teveel aan water ook makkelijker weg.
Voeding
Vetplanten overleven heel met weinig voeding, omdat ze al genoeg voeding uit goede potgrond kunnen halen. Geef je Lepismium bolivianum in de zomer of lente een grondlegger mini, een organische voedingspil die je plant gezond houdt.
Ziektes
Wat het meest voorkomt bij Lepismium bolivianum is rot. En rot wordt meestal veroorzaakt door teveel water geven. Heb je last van rot: wegblijven met die gieter! Al betekent rot aan de plant vaak einde verhaal. Maar wie weet kan jij een nieuw hoofdstuk beginnen. Bijvoorbeeld door snel nog een gezond stukje te stekken.
Een andere oorzaak van rot: een bacterie die je vetplant is ingekropen. Dat kan gebeuren via een wondje in het blad. Doe dus altijd voorzichtig met je plant, ook tijdens bijvoorbeeld het verpotten.
Vermeerderen
Vetplanten laten zich over het algemeen gemakkelijk vermeerderen, zo ook Lepismium bolivianum. Neem een blaadje, afgesneden bij de stengel met een schoon mes. Laat dat blaadje eerst een dag of drie een beetje indrogen op een schaaltje uit de zon. Het wondje, daar waar je stek aan de plant zat, is daarna dicht en zo voorkom je dat je stek meteen sterft aan overbewatering. Prik vervolgens het blaadje in verse potgrond vermengt met een beetje zand. In verse potgrond zit al aardig wat vocht. Mocht je potgrond gortdroog zijn, dan geef je wel een beetje water.
Zet je stek op een lichte plek, maar houd 'm nog uit de zon tot de stek wortels heeft ontwikkeld en hij zich wel goed kan voeden met water. Dat wortelen duurt zo drie à vier weken. In die weken hoef je geen water te geven, behalve dus dat je ervoor zorgt dat de grond bij het neerzetten van de stek licht vochtig is.
Na het wortelen (let op, je hebt nooit 100% succes, dus als je stekt, neem er meteen een paar) kun je de stek langzaam aan meer en meer zon laten wennen. Je hebt het meeste kans op succes met stekken als je stekt in de lente.
Oorsprong
Lepismium bolivianum komt uit Bolivia en is een epifyt, een plant die op takken van bomen groeit.